Ben je van plan om een woning te kopen of verkopen in het Vlaams Gewest? Dan zal er een bodemattest voorhanden moeten zijn. Wat zo’n attest inhoudt, wie het moet aanvragen en hoe lang het geldig is, kom je in deze blogpost te weten.

1. Wat is een bodemattest?

Een bodemattest is een informatief rapport over de bodemkwaliteit van de grond waar een perceel op staat. In Vlaanderen wordt het attest uitgegeven door de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij). Via het bodemattest informeert de organisatie de aanvrager van het attest of zijn eigendom in de databank van verontreinigde gronden staat. Wanneer het perceel niet gevonden is in de OVAM-databank of het grondeninformatieregister (GIR), ontvang je een blanco bodemattest, wat betekent dat de OVAM niet op de hoogte is van vervuiling op die grond. De GIR bevat enkel informatie over een perceel van zodra de OVAM een eerste rapport van bodemonderzoek ontvangt, een schadegeval wordt gemeld of als de gemeente het perceel opneemt in de gemeentelijke inventaris.

De kostprijs van een bodemattest hangt af van het soort perceel dat je verkoopt. Gaat het om een volledig kadastraal perceel of een grond die onder 1 nummer staat ingeschreven en al is uitgemeten? Dan betaal je € 55 voor het attest. Een gedeeltelijk kadastraal perceel is slechts een deel van een stuk grond dat ingeschreven staat onder 1 nummer. In dat laatste geval betaal je € 222 en moet de overheid de grenzen van het te onderzoeken perceel registreren.

2. Wanneer is zo’n attest verplicht?

Een grond, bebouwd of niet, kan niet verkocht worden zonder geldig bodemattest. Uiterlijk op het moment van de verkoop van een perceel moet de koper inzage krijgen in het bodemattest zodat er geen verborgen informatie is in verband met de bodemtoestand van de aankoop. De verantwoordelijkheid voor het aanvragen en delen van zo’n attest ligt dus volledig bij de verkoper van een perceel. Een bodemattest heeft 2 doelstellingen: de koper beschermen tegen het nietsvermoedend verkrijgen van een vervuilde grond en vermijden dat verontreinigde percelen worden overgedragen. Een bodemattest is zo ook nodig bij een ruiling, schenking onder levenden of bij de overdracht van een appartement. Erfenissen of legaten zijn uitzonderingen op die regel en vereisen geen bodemattest.

3. Zo vraag je een bodemattest aan

Een aanvraag voor het attest kan schriftelijk (per post) of digitaal gebeuren door de verkoper en op zijn kosten, al kan die ook vragen aan een notaris of makelaar om de aanvraag voor hem te doen. Het verkrijgen van een bodemattest kan 2 maanden duren. Een blanco attest krijg je vrij snel, al 2 weken na je aanvraag, maar als je perceel opgenomen is in het grondeninformatieregister kan het bodemattest langer op zich laten wachten. Het is mogelijk om de status van je dossier te checken door de Infolijn Bodem te contacteren. Voor gronden die geen risico bevatten, blijft het verkregen bodemattest geldig op voorwaarde dat de toestand van het terrein niet verandert en administratieve gegevens zoals het perceelnummer niet wijzigen. Elk bodemattest moet na 1 juni 2008 zijn opgesteld om geldig te zijn. Heb je een attest voor een risicogrond? Dan hangt de geldigheidsduur af van de geldigheid van het oriënterend bodemonderzoek.

4. Je hebt een risicogrond, wat nu?

Ben je eigenaar van een stuk grond waarop ooit activiteiten plaatsvonden (of nog plaatsvinden) die eventuele bodemverontreiniging zouden kunnen veroorzaken? Dan ben je in het bezit van een risicogrond en zal je voordat je je grond kan verkopen eerst een oriënterend bodemonderzoek moeten laten uitvoeren en indienen bij de OVAM. Bij twijfel over je perceel, vraag je dat best na bij je gemeente. Die heeft namelijk een gemeentelijke inventaris van risicogronden. Op die manier komt je grond in het grondeninformatieregister terecht, maar zoals eerder in deze tekst vermeld: een grond die in dat register is opgenomen is niet noodzakelijk een risicogrond. De eigenaar van een perceel kan namelijk vrijwillig een oriënterend bodemonderzoek hebben laten uitvoeren en indienen.

Als je grond na het oriënterend bodemonderzoek ernstig verontreinigd blijkt, zal je als verkoper de volgende stap moeten zetten naar een diepgaand beschrijvend bodemonderzoek. De bodemsaneringsdeskundige maakt opnieuw een verslag aan de hand van onder meer genomen bodemstalen, en dient dat in bij de OVAM, die 2 maanden de tijd heeft om het bodemsaneringsdossier te behandelen. Als er volgens de OVAM geen saneringswerken nodig zijn, kan je je perceel verkopen. Als er wel een bodemsaneringsproject vereist is, zal de OVAM je op de hoogte brengen van de gepaste maatregelen. Pas nadat de sanering uitgevoerd is, zal de overdracht kunnen plaatsvinden. De OVAM kan een deel van de kosten van de bodemsanering helpen financieren als er sprake is van een grond die lijdt aan een historische verontreiniging. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet de huidige eigenaar zijn grond voor 1 juni 2008 gekocht hebben. Alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor zo’n cofinanciering vind je terug op de website van de OVAM.

5. Vrijstelling van onderzoeksplicht

Gemeenten en de OVAM wisselen informatie uit over risicogronden op basis van milieuvergunningen, maar die kunnen soms oud zijn. Wanneer je grond oude vergunningen heeft, is het aangewezen om te controleren of de gemeente wel over de juiste gegevens beschikt. Als je bijvoorbeeld denkt dat je perceel onterecht bekend staat als risicogrond, kan je de gemeente met bewijs overtuigen dat dat niet het geval is. Als het perceel na onderzoek geen risicogrond blijkt te zijn, wordt het verwijderd uit de gemeentelijke inventaris. Wanneer de gemeente je risicogrond schrapt, is er geen sprake van een vrijstelling van onderzoeksplicht en kan je een nieuw bodemattest aanvragen dat niet langer zal beweren dat je grond een risico vormt.

Blijft je perceel volgens de gemeente toch een risicogrond? Dan kan je de procedure opstarten om een vrijstelling van onderzoek te krijgen. Eigenaars van locaties waar risico-inrichtingen (denk bijvoorbeeld aan een site waar ooit een vervuilend bedrijf stond) werden opgestart voor 29 oktober 1995 zijn in het bezit van historische risicogronden. Die gronden moeten verplicht een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren door een bodemsaneringsdeskundige. Voldoe je echter aan een bepaalde voorwaarde? Dan hoef je zo’n onderzoek niet te laten uitvoeren. Een voorbeeld daarvan is dat je de risico-inrichting nooit zelf hebt geëxploiteerd, of dat je dus nooit zelf eigenaar was van het voormalige vervuilende bedrijf. Een complete lijst van de voorwaarden om een vrijstelling van onderzoeksplicht te krijgen, vind je op de website van de OVAM.

6. Wat voor grond je ook bezit, vertrouw op de afvalcontainers van Remondis Corneillie

Dien je saneringswerken uit te voeren op je grond voordat je hem kan verkopen? Dan komt onze afvalcontainer voor grond- en stenen zeker van pas. Maar ook als je net een niet-vervuild perceel hebt gekocht en van plan bent om te verbouwen, staan we je graag bij met ons ruime aanbod aan afvalcontainers en ons containerpark in regio Brugge. En ons advies natuurlijk! Zo lees je in deze blogpost alles over de omgevingsvergunning en wanneer je die moet aanvragen bij je verbouwingen.